GAAN DE GELOVIGEN DOOR DE GROTE VERDRUKKING? NIET BESTEMD TOT TOORN...


Lukas 12
U dan, wees ook bereid, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen komen.


Eerder hebben we gezien dat aan de hand van een eenvoudige mathematische benadering aangetoond kan worden dat gelovigen NIET door de grote verdrukking zullen gaan. Daarnaast weten we ook zolang de Gemeente van Christus en dus de Heilige Geest op aarde zijn, de antichrist niet geopenbaard kan worden.

In dit artikel behandelen we nog één van de vele Bijbelse argumenten waarom de Gemeente van Christus NIET door de grote verdrukking gaat.

De grote verdrukking is een periode van Gods toorn op aarde is. Mensen worden gepijnigd door de meest verschrikkelijke rampen, oorlogen, ziekten , enz. enz. (Openbaring 6 en verder). De Bijbel leert ons dat de antichrist met harde hand zal regeren en iedereen zal ombrengen die hem niet aanbidt, maar daarnaast (en vooral) is alle ellende het gevolg van Gods toorn over de goddelozen. Nergens in de Bijbel lezen we dat de volgelingen van Jezus de toorn van God meemaken! In 1 Thessalonicenzen 5 lezen we:

Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus,

In 1 Thessalonicenzen schrijft Paulus over de opname van de Gemeente en roept hij de gelovigen op om waakzaam te zijn voor de opname. Paulus zegt zonder enige twijfel dat wij niet bestemd zijn tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid. Wij zijn dus niet bestemd voor Gods woede en straf, maar we worden hiervan verlost, omdat we Jezus Christus als God en Verlosser aanvaard hebben. Dit geldt voor alle toorn van God; zowel van de eeuwige toorn, de hel, als van de toorn die God uitgiet op aarde. God heeft ons niet bestemd voor straf en ellende, als wij Jezus aanvaard hebben. Al onze zonden zijn in dat geval vergeven. Waarom zouden we dan wel verlost zijn van de eeuwige toorn, maar niet van Gods toorn aan de goddelozen op aarde? Dankzij Jezus' offer hoeven wij niet de straf van God te dragen; de eeuwige toorn in de hel en de toorn op aarde. In 1 Thessalonicenzen 1 lezen we:

en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.

In Openbaring 3 lezen we:

Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.

Tenslotte lezen we nergens in de Bijbel dat de gelovigen deel uitmaken van de toorn van God. We treffen ook nergens een waarschuwing of uitleg aan over de toorn van God over de gelovigen. Als de Gemeente door de grote verdrukking zou moeten (wat dus NIET het geval is), dan zouden we toch op z'n minst een waarschuwing of instructie lezen hoe te handelen in deze verdrukking!

Conclusie

De Gemeente van Christus (de Kerk) zal de grote verdrukking van zeven jaar niet meemaken. De Gemeente zal voor die tijd opgenomen worden. Natuurlijk zullen we voor de Opname van de Gemeente wel de voortekenen zien (denk aan oorlogen, pandemieën, schaarste en natuurrampen. Deze voortekenen moeten we niet verwarren met de oordelen uit Openbaring!). De vraag is nu of jij bij de Gemeente hoort? Diegenen die Jezus aanvaard hebben als God en Verlosser zullen deze verschrikkelijke tijd, ofwel de grote verdrukking, niet hoeven mee te maken. Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:

Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.

Vragen? Gebed of hulp nodig?
Bel of mail ons →


info@gelooft.com | Facebook