Job 1 De HEERE zei tegen de satan: Hebt u ook acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad.
Vaak, als het gaat over genezing en voorspoed, wijzen mensen op Job. "Als genezing en voorspoed van ons is, waarom heeft Job dan ziekte, verdriet en armoede geleden?" Dat is een goede en eerlijke vraag, die beantwoord moet worden.
Job bestond echt. In het Bijbelboek Job komen we acht personen tegen: God, satan, Job, Jobs vrouw, Jobs drie vrienden (Elifaz, Bildad en Zofar) en Elihu.
In Job 1 lezen we dat Job oprecht was in de manier waarop hij leefde. God sprak over Job tegen satan:
De HEERE zei tegen de satan: Hebt u ook acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad.
Maar, satan daagde God uit. Hij beweerde dat de enige reden waarom Job goed leefde en God aanbad, omdat hij zo gezond en welvarend was. Satan beweerde dat als Job ziek en gebroken was, hij zou ophouden God te dienen, met als gevolg dat satan alles vernietigde wat Job had - zijn rijkdom, zijn kinderen en zijn gezondheid.
God stond het dus toe dat satan Job extreem liet lijden. Waarom deed God dat?
Velen gebruiken (misbruiken?) Job om te bewijzen dat goede mensen kunnen of zullen lijden. Het probleem met deze visie is dat ze vergeten dat Job genezen en dubbel gezegend werd! Met andere woorden, Job bleef niet ziek! In Jakobus 5 lezen we:
Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden. U hebt gehoord van de volharding van Job, en u hebt de uitkomst van de Heere gezien, dat de Heere vol ontferming is en barmhartig.
Is het niet verbazingwekkend dat als mensen aan Job denken, dat ze wél aan zijn beproevingen denken, maar vaak niet aan het einde van zijn beproevingen, dus zijn genezing en zegeningen? Toch benadrukt Jakobus de overwinning die Job heeft ervaren! Maar dat geeft nog steeds geen antwoord op de vraag waarom God Job heeft laten lijden.
Waarom moeten goede mensen lijden?
Sommigen denken dat het boek Job de eeuwenoude vraag probeert te beantwoorden: "Waarom moeten goede mensen lijden?" Het antwoord is eenvoudig als je niet in God gelooft. Je zegt gewoon dat het leven vol kansen, uitdagingen en ellende is. Zonder God hoef je de vraag dus niet te beantwoorden. Maar voor mensen die in God geloven, is de vraag lastiger: "Als God liefde is en alle macht heeft om lijden te verwijderen, waarom laat Hij dan goede mensen lijden?" Moeilijke vraag, toch? In feite is deze vraag niet alleen moeilijk om te beantwoorden, het is zelfs onmogelijk om deze vraag te beantwoorden!
Het is mogelijk om een vraag te stellen die niet kan worden beantwoord. De vraag bevat aannames (veronderstellingen). Een veronderstelling is iets waarvan de meeste mensen denken dat het waar is maar nog niet is bewezen. Met andere woorden, als ik aanneem dat iets waar is, terwijl het niet zo is, kan ik geen antwoord op een vraag geven, tenzij ik bereid ben mijn veronderstelling los te laten. We leggen het uit aan de hand van een voorbeeld:
Een vrouw stelt een vraag met een aanname: "Ik begrijp niet hoe mijn man een goede Christen kan zijn en toch overspel kan plegen?" Het punt is dat hij geen goede Christen kan zijn en overspel kan plegen. Hij kan wel een Christen zijn en overspel plegen, maar hij kan geen goede Christen zijn en overspel plegen. Iemand kan dus een vraag stellen die niet kan worden beantwoord! Hetzelfde geldt voor de vraag: "Hoe kan God liefde zijn en alle macht hebben, en toch toestaan dat goede mensen lijden?" Deze vraag bevat drie aannames:
1. God is liefde.
2. God heeft alle macht.
3. Goede mensen lijden.
Iets aannemen is niet noodzakelijk verkeerd. Zijn in dit geval deze drie veronderstellingen juist of onjuist?
Allereerst, is God liefde? Natuurlijk is Hij dat! In 1 Johannes 4 lezen we:
God is liefde
Dan de tweede aanname. Heeft God alle macht om lijden weg te nemen? Sommigen geloven dat God liefde is, maar dat Hij niet bereid is om zijn macht voor ons te gebruiken. Deze mensen geloven dat God ons heeft gemaakt en ons vervolgens alleen heeft achtergelaten, met lijden als gevolg. Maar dit is niet wat de Bijbel leert! Sommige (veel?) Christenen weigeren te geloven dat God actief wordt in ons leven. In de Bijbel zien we dat God Israël uit de slavernij hielp, Juda bevrijdde van zijn vijanden en Jezus de zieken genas en de armen hielp. God is actief in het helpen van ons! Dus de tweede aanname is correct. God heeft alle macht om ons te helpen. In Lukas 1 lezen we:
Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.
Dat brengt ons bij de derde aanname: "lijden goede mensen?" Jobs drie vrienden dachten van niet. Zij geloofden dat de reden dat iemand lijdt, was omdat de betreffende persoon tegen God zondigde. Dus door het gehele boek Job probeerden deze drie vrienden Job duidelijk te maken dat hij zijn (verborgen) zonden zou belijden. Ze waren zeer welsprekend, bekwaam, maar in feite aanklagers, op zoek naar fouten en zonden. Iedere keer als ze probeerden Job ervan te overtuigen dat hij gezondigd had, claimde Job zijn onschuld. Job wist dat hij niet had gezondigd. Hij wist dat hij niet de schuldige was. Hij begreep niet waarom God hem strafte omdat Job geen enkele zonde begaan had! Het is duidelijk uit het eerste hoofdstuk dat Job niets slechts had gedaan. In plaats van Job als oprecht te zien, zagen Jobs vrienden hem als een zondaar.
En, omdat Job rechtvaardig onder mensen was, maar toch leed, nemen mensen aan dat goede mensen lijden. Bij het beantwoorden van de vraag: "lijden goede mensen?", zou je dus kunnen antwoorden: "Ja, natuurlijk doen ze dat, Job is het beste voorbeeld, hij was een goed persoon, maar hij leed." Maar als het antwoord "ja" is, dan zou God niet langer rechtvaardig kunnen zijn. Hoe kan God toestaan dat goede mensen lijden en toch rechtvaardig zijn? Hij kan het niet. Dus, dat betekent dat Job geen goed mens was! Job was niet "goed", uitgaande van de definitie die de Bijbel geeft van "goed"! In Mattheüs 19 zegt Jezus:
Niemand is goed behalve Eén, namelijk God.
En in Romeinen 3 lezen we:
zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goed doet, er is er zelfs niet één.
De Bijbel leert ons dat niemand in Gods ogen rechtvaardig of goed is! In de ogen van de mens zijn er goede mensen. Job was één van hen.
De Bijbel zegt dat er op aarde geen mens zo was als Job. Overigens lezen we nergens dat Job perfect was, of dat hij van alle mensen de "beste" was. Er staat dat Job een vroom en oprecht man was, Godvrezend en dat hij zich van het kwaad afkeerde. Er waren ongetwijfeld meer vrome, oprechte en Godvrezende mensen (zoals Elihu!). Maar, dat betekent niet dat hij rechtvaardig en goed was in Gods ogen. Hij was gewoon een vrome en oprechte man vanuit menselijk oogpunt, maar zelfs als Job de beste mens zou zijn, dan is hij nog een zondaar in Gods ogen! Een zondaar is niet rechtvaardig voor God en heeft geen enkel recht bij God.
De laatste persoon die we in het boek Job aantreffen is Elihu. Hij was niet een van Jobs vrienden. Elihu luisterde gewoon naar de vrienden van Job die hem beoordeelden en Job verdedigde zichzelf. Terwijl hij naar alle vier begon te luisteren, gaf God hem inzicht in de werkelijke reden van Jobs lijden. En daarom begreep uitsluitend Elihu waarom Job leed. De meeste mensen vergeten Elihu. Ze noemen hem niet eens! Maar de waarheid is dat Elihu de enige was met echt inzicht, niet alleen in het lijden van Job, maar ook in het inzicht in het lijden van de hele mensheid. Daarom is Elihu de laatste die spreekt over Jobs lijden. Het is interessant om op te merken dat toen God aan Job verscheen, hij Job berispte omdat hij geen inzicht had en hij Jobs drie vrienden berispte voor het valselijk beoordelen van Job. Toch berispte God Elihu nooit. Waarom? Omdat Elihu gelijk had in het begrijpen van lijden! In Job 32 lezen we:
Daarom antwoordde Elihu, de zoon van Baracheël, de Buziet, en zei: Ik ben jonger van dagen, maar jullie zijn stokoud; daarom was ik beschroomd en bevreesd om jullie mijn gevoelen te vertellen. Ik zei: Laat de dagen spreken, en de veelheid van jaren wijsheid bekendmaken. Voorwaar, het is de Geest van God in de sterveling, en de adem van de Almachtige, die hen verstandig maakt.
Elihu spreekt niet uit zichzelf, maar uit Gods Geest. En, het eerste dat hij doet is Jobs vrienden corrigeren:
Zie, ik heb gewacht op jullie woorden; ik heb al jullie inzichten aangehoord tot jullie naar woorden moesten zoeken. Ik heb op jullie gelet, en zie, er is niemand die Job kon overtuigen, niemand van jullie die zijn woorden beantwoordde.
Elihu toonde de vrienden van Job dat ze ongelijk hadden in het beoordelen van hem. Het tweede dat Elihu doet is Job corrigeren, maar hij doet het in nederigheid Job 33:
Maar luister nu toch naar mijn betoog, Job! en hoor al mijn woorden aan. Zie toch, ik heb mijn mond geopend; mijn tong spreekt onder mijn gehemelte. Wat ik zeg, zal de oprechtheid van mijn hart uitspreken, en de kennis van mijn lippen dat wat zuiver is. De Geest van God heeft mij gemaakt, en de adem van de Almachtige heeft mij levend gemaakt. Als je kunt, antwoord mij dan; stel je dan op vóór mij, ga staan. Zie, ik ben voor God net als jij; ook ik ben maar uit leem gevormd. Zie, laat mijn bedreiging je geen angst aanjagen, en mijn hand zal niet zwaar op je drukken. Zeker, je hebt ten aanhoren van mij gezegd, en ik heb de stem van je woorden gehoord: Ik ben rein, zonder overtreding; ik ben onschuldig en heb geen misdaad begaan.
Elihu zag een fundamentele tekortkoming in Job: Job geloofde dat hij zonder zonde was. Job dacht rechtvaardig uit zichzelf te zijn. En, inderdaad, hij was rechtvaardig onder mensen, maar hij was niet rechtvaardig in Gods ogen. Omdat Job dacht dat hij zondeloos was en dus niet onder de vloek van de zonde leefde, kon hij er niet achter komen hoe hij kon lijden. Dat hinderde Job. Maar Elihu wijst op het feit dat Job een zondaar was zoals iedereen en onderworpen is aan de vloek van zonde waaronder ook ziekte en armoede. Mensen denken ten onrechte dat het boek Job is geschreven om de vraag "Waarom staat God het toe dat goede mensen lijden?" te beantwoorden, of sommigen denken zelfs dat het boek Job geschreven is om mensen te bemoedigen in hun lijden, of aan te tonen dat een Christen hoort te lijden. Maar Elihu heeft geen enkele moeite met de vraag, omdat hij weet dat er geen echt "goede" mensen in Gods ogen zijn. Wat Elihu verbijsterde, was niet het feit dat Job leed, maar waarom hij leed en Jobs vrienden niet. In feite vraagt Elihu zich af waarom iedereen niet de hele tijd lijdt omdat iedereen een zondaar is.
Elihu besefte heel goed dat zondaren onder de vloek van de zonde zijn en dat ze daarom geen wettelijk recht hebben om boos te worden als ze lijden. Mensen moeten beseffen dat ze het verdienen om te lijden en als ze niet lijden, moeten ze God danken omdat Hij genadig is.
Waarom zijn zondaren gezegend?
Elihu begreep dus welke vraag we zouden moeten stellen: "Waarom laat God toe dat zondaren gezegend worden?" En het antwoord is omdat God genadig is! Met andere woorden, voordat Job zijn beproevingen onderging, ervoer hij de genade van God. Maar toen Job zijn beproevingen doormaakte, ervoer hij de gerechtigheid van God - hij kreeg alleen wat hij verdiende. Onmiddellijk nadat Elihu sprak, antwoordde God Job in een wervelwind en berispte hem omdat hij God ten onrechte beschuldigde van onrechtvaardigheid. Job bekeerde zich!
Je zou nu kunnen denken: "Hoe kunnen we onze genezing en voorspoed claimen, als we zondaren zijn? Zondaren hebben immers geen recht op genezing en welvaart." En, dat klopt, maar, dat was vóór de komst van Jezus! Door het perfecte en volbrachte werk van Jezus aan het Kruis zijn we de gerechtigheid van God geworden en daarom hebben we het recht bij God te staan. We leven na het Kruis. Dit is ook de reden waarom God Jobs drie vrienden beval om een offer te brengen, zoals we in Job 42 kunnen lezen:
Neem daarom zeven jonge stieren en zeven rammen voor u, en ga naar Mijn dienaar Job. Breng brandoffers voor u en laat Mijn dienaar Job voor u bidden.
God toonde Job en zijn drie vrienden dat alleen door het vergieten van bloed vergeving van zonden is. Dit is het punt: voordat Jezus stierf aan het kruis voor onze zonden, had de mensheid geen wettelijk recht op genezing en welvaart. Ze konden alleen om genade smeken. Maar nu Christus is gestorven voor onze zonden, verdriet, ziekten en armoede, hebben we recht op de genade van God. Het recht ontvangen we niet door onze eigen werken of onze goedheid, maar dankzij het perfecte werk van Christus!
Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:
Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.