Genesis 1 In den beginne schiep God den hemel en de aarde. |
• | Wij geloven niet in de Big Bang. Toeval speelt geen rol. De natuurwetten werden in Jozua 10 niet genegeerd door toevaligheden, maar door de Maker van deze wetten, God zelf! Wanneer iemand een apparaat maakt, kan de maker het apparaat aanpassen wanneer hij of zij dat wil. De gebruiksaanwijzing doet niet ter zake. Een gebruiker heeft deze mogelijkheden niet of veel minder. God heeft het universum, inclusief alle wetten gemaakt. Ingrijpen behoort zondermeer tot Zijn mogelijkheden! |
• | De Bijbel beschrijft veel wonderen! 2 Koningen 6: IJzer blijft drijven: "En de man Gods zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een hout af, en wierp het daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen", Jezus maakt van water wijn en in Johannes 6 loopt Jezus over water: "En als zij omtrent vijf en twintig of dertig stadien gevaren waren, zagen zij Jezus, wandelende op de zee, en komende bij het schip; en zij werden bevreesd". Iedereen kent het begrip natuurwonder! En ook tegenwoordig gebeuren er nog veel wonderen, zoals wonderbaarlijke genezingen. De wetenschap staat voor een raadsel! |