WIE ZIJN DE VIERENTWINTIG OUDERLINGEN UIT OPENBARING 4?
Openbaring 4 En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd.
Openbaring is volgens velen een moeilijk, vrijwel niet uit te leggen boek. Maar, dat Openbaring niet zo lastig te begrijpen is als je het in de juiste context leest en de chronologie goed begrijpt, hebben we in een ander artikel uitgelegd. In dit artikel gaan we in op de vraag wie de vierentwintig ouderlingen uit Openbaring zijn. De vierentwintig ouderlingen worden genoemd in Openbaring 4, 5, 7, 11, 14 en 19. Voor de volledigheid lezen we Openbaring 4 in zijn geheel:
Hierna zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel. En de eerste stem die ik als van een bazuin met mij had horen spreken, zei: Kom hier, omhoog, en Ik zal u laten zien wat hierna moet geschieden. En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand. En Hij Die daar zat, zag eruit als de stenen jaspis en sardius. En er was een regenboog rondom de troon, die eruitzag als een smaragd. En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd. En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God. En vóór de troon was een glazen zee, als kristal. En in het midden van de troon en om de troon heen waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier leek op een leeuw, het tweede dier leek op een kalf, het derde dier had het gezicht als van een mens, en het vierde dier leek op een vliegende arend. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en vanbinnen waren die vol ogen. Ze hadden geen rust en zeiden dag en nacht: Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt! En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid, wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden: U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen.
De vierentwintig ouderlingen worden meerdere keren genoemd tussen Openbaring 4 en Openbaring 19, dus na de opname van de Gemeente, maar voor de wederkomst van Jezus Christus. M.a.w: de vierentwintig ouderlingen worden genoemd gedurende de verdrukking van zeven jaar. In deze periode is de gemeente van Christus niet meer op aarde.
Sommigen geloven dat de vierentwintig ouderlingen engelen zijn. Anderen denken dat de vierentwintig ouderlingen de gemeente van Christus plus Israël vertegenwoordigen. Weer anderen geloven dat de vierentwintig ouderlingen voor slechts de gemeente van Christus (dus de gelovigen die opgenomen zijn) staan.
Het woord ouderlingen wordt in de Bijbel nooit gebruikt voor engelen, maar alleen voor mensen. Alleen al om die reden kunnen de vierentwintig ouderlingen geen engelen zijn. De gouden kronen die de ouderlingen dragen maken ook duidelijk dat het om mensen gaat en niet om engelen. We lezen ook nergens in de Bijbel dat engelen op tronen zitten. Bovendien lezen we iets opvallends in Openbaring 5:
En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie.
Engelen konden dit lied nooit zingen, omdat ze niet vrijgekocht zijn! In Openbaring 7 lezen we:
En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God.
Er is dus een duidelijk verschil tussen de engelen en ouderlingen. De vierentwintig ouderlingen zijn dus geen engelen. Hoe zit het dan met Israël? Zijn de vierentwintig ouderlingen een vertegenwoordiging van de gemeente van Christus plus Israël? Het probleem met deze visie is dat Israël nog op aarde is gedurende de verdrukking van zeven jaar. Alleen de gelovigen zijn in de hemel tijdens de verdrukking. Israël gaat door de verdrukking en zal in zijn geheel gered worden. De enige overgebleven mogelijkheid is dus dat de vierentwintig ouderlingen voor de gemeente van Christus (de Kerk) staan, ofwel alle wedergeboren. We lezen in Openbaring 4:
En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd.
Alleen wedergeborenen (Christenen) ontvangen een troon, witte kleren en een gouden troon (Openbaring 3:21, Openbaring 3:5, Openbaring 2:10). De vierentwintig ouderlingen worden beschreven als diegenen die wedergeboren zijn.
Samengevat: de vierentwintig ouderlingen vertegenwoordigen de gemeente van Christus, na de opname van de Gemeente.
De Bijbel leert ons dat de grote verdrukking een vreselijke tijd zal zijn. Maar, diegenen die Jezus aanvaard hebben als God en Verlosser zullen deze verschrikkelijke tijd niet hoeven mee te maken. Heb je Jezus Christus nog niet aanvaard als God en Verlosser? Heb je de gratis gift van gerechtigheid nog niet ontvangen, maar wil je het wel? Lees dan Romeinen 10:9 en bid dan bijvoorbeeld onderstaand gebed:
Hemelse Vader. Ik aanvaard Jezus Christus als God en Verlosser. Ik geloof dat Jezus voor al mijn zonden gestorven is, en dat Hij uit de dood is opgewekt. Door het geloof in Uw Woord ontvang ik redding. Ik dank U voor de vergeving van al mijn zonden. AMEN.