Openbaring 6 En ik zag, en ziet, een wit paard, en Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwonne! |
1. | De ruiter in Openbaring 6 is de antichrist. |
2. | De ruiter in Openbaring 19 is Jezus Christus. |
1. | Ten eerste weten we dat de Gemeente van Christus niet meer op aarde is. Na Openbaring 3 is de Gemeente opgenomen. We weten dat Jezus pas na de zeven-jarige verdrukking terug keert met Zijn Gemeente. Alleen om die reden kan de ruiter op het witte paard Jezus niet zijn. Het bewijst natuurlijk nog niet dat de ruiter daarom de antichrist is. |
2. | Openbaring 4 en 5 spelen zich af in de Hemel. In Openbaring 5 wordt een boek genoemd, verzegeld met zeven zegels. Alleen Jezus Christus werd waardig gevonden het boek te openen: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken. Het is dan zeer onwaarschijnlijk dat diegene die het eerste zegel opende ook de ruiter is op het eerste paard! |
3. | Omdat we nu weten dat de ruiter uit Openbaring 6 niet Jezus is, maar zich wel voordoet als Christus, kan het niet anders dat deze ruiter de antichrist is! |